- Blog
Terugblik op de opgraving in Aarschot
De historische kern van Aarschot ligt aan de Demer. De oudste stadskern ligt aan de voet van de Kouterberg, één van de ijzerzandsteenheuvels die zo karakteristiek zijn voor het Hageland. Aarschot ontwikkelde zich verder aan de rechteroever van de Demer naar het noorden en noordoosten toe, de riviervlakte in met de zijrivier de Grote Laak die als aftakking kon gebruikt worden om eventuele wateroverlast te regelen.
In de stadskern zelf zijn nog geen vondsten gedaan uit de periode voorafgaand aan de middeleeuwen, maar in de omgeving zijn zowel op de heuvels als in de valleien artefacten gevonden uit het paleolithicum, het mesolithicum en het neolithicum. Dit bewijst dat deze regio al in de steentijd bewoond werd. Maar ook uit de perioden die daarop volgden, de bronstijd en de ijzertijd, zijn archeologische resten gevonden. In die perioden zwierven de mensen niet meer door het landschap maar bouwden ze nederzettingen waar ze één of meerdere generaties bleven wonen. De overledenen werden begraven in de omgeving, zoals blijkt uit een urnengrafveld die gevonden is tijdens werken in de zandgroeve op de Gijmelberg.
Ook uit de Romeinse tijd zijn vondsten gedaan, weliswaar in de omgeving van Aarschot en niet in het centrum zelf. Dat geldt ook voor de vroege middeleeuwen. Vanaf dan wordt het centrum van Aarschot steeds verder ontwikkeld, hoewel dit slechts heel traag verloopt. Tijdens de middeleeuwen blijft het immers nog een redelijk kleine nederzetting. Pas op het einde van de 12e eeuw groeit Aarschot uit tot een stad met een aarden wal en een gracht aan de zuidwestkant; aan de andere kant zorgde de Demer voor een natuurlijke verdediging. Het belang van Aarschot groeide, en in de 14e eeuw werden nieuwe stadsvesten gebouwd met vier verstevigde poorten. Langs deze nieuwe muur werden verschillende nieuwe torens opgericht. Deze bloeiperiode was van korte duur, want in de loop van de 14e eeuw zorgde een verwarde erfopvolging voor een uiteindelijke economische crisis en verval in de 15e eeuw. In de daaropvolgende eeuwen werd Aarschot, net als vele andere steden, getroffen door pestemidemies, oorlog en plunderingen, en vernieling. In de 17e eeuw flakkerde Aarschot nog even op maar de stad bereikte nimmer zijn eertijdse glorie.
Aanleg van het vlak en vondst van een geretoucheerde kling
Onze opgraving werd uitgevoerd buiten het historische stadscentrum van Aarschot, en leverde bewijs op van bewoning tijdens de bronstijd/ijzertijd maar ook van menselijke aanwezigheid in de steentijd. De oudste vondsten zijn verschillende vuurstenen artefacten; dit zijn vuurstenen voorwerpen die door het herhaaldelijk bewerken ervan met een klopsteen scherp zijn gemaakt en daardoor als werktuig gebruikt konden worden. We hebben een aantal geretoucheerde afslagen en klingen gevonden maar ook een combinatiewerktuig (boordschrabber-steker). Een steker kon gebruikt worden om gaatjes te boren in o.a. huid of hout; een boordschrabber werd gebruikt om huiden te bewerken.
Het merendeel van de sporen die we hebben gevonden dateert uit de bronstijd/ijzertijd. Sporen worden over het algemeen gedateerd op basis van de vondsten die er in zijn gevonden, maar in dit geval zijn de dateerbare vondsten schaars. Op dit moment zijn we nog volop bezig met het aardewerk te determineren, en is het dus mogelijk dat deze datering scherper kan gemaakt worden. In elk geval lijkt het er op dat we met het opgravingsterrein de rand van een nederzettingsterrein hebben aangesneden. We hebben immers geen plattegronden van huizen gevonden maar wel verschillende kleinere bijgebouwen en kuilen.
Ons LAReS-team en zicht op één van de bijgebouwtjes
Tenslotte hebben we ook nog sporen gevonden die verband houden met perceelafbakeningen en grondbewerking in een recenter verleden.